
In 2008 deed Ombudsman Financiële Dienstverlening Jan Wolter Wabeke een belangrijke aanbeveling in het woekerpolisdossier. De zogeheten Wabeke-aanbeveling stelde dat consumenten met een beleggingsverzekering niet meer dan 3,5% tot 4,5% aan kosten mochten betalen over hun opgebouwde vermogen. Deze aanbeveling goldt als een minimumnorm voor redelijke compensatie bij te hoge kosteninhoudingen.
Veel verzekeraars rekenden in werkelijkheid veel hogere, vaak verborgen kosten, waardoor het rendement van miljoenen polissen ernstig werd uitgehold. Wabeke riep verzekeraars op om klanten te compenseren voor het verschil tussen de werkelijk ingehouden kosten en de genoemde norm.
Hoewel de aanbeveling géén wettelijke status had, fungeerde zij jarenlang als richtsnoer voor schikkingen en rechtszaken. Critici vonden de norm te laag en wezen op het gebrek aan wettelijke handhaving. Toch betekende de Wabeke-aanbeveling een eerste erkenning van de problematiek én een aanzet tot collectieve herstelacties.
Essentieel is dat het percentage maximale kosten pas goed gedefinieerd is als er bij wordt gezegd: “het is een percentage over de waarde van de polis per jaar!”. En: het is een aanbeveling, geen norm.