Vereniging Financieel Verbond

Belangenbehartiging is transparantie
Het Financieel Verbond is ontstaan als een platform waarop belangenbehartigers, zoals Stichting Pensioenclaim, van consumenten met een ‘woekerpolis’ kennis en ervaring
delen. Met als doel voor de houders van een dergelijke levensverzekering een
rechtvaardige tegemoetkoming te verkrijgen indien er sprake blijkt te zijn van gebreken in het product. Zoals verborgen, niet transparante, te hoge kosten en te hoge premies.  Deze groep van specialisten staan klaar om jou te helpen bij het beoordelen van deze gebreken en de werkelijke waarde van schikkingen die nu worden voorgesteld. Bij alle bekende schikkingen en regelingen heeft het Financieel Verbond een belangrijke rol ingevuld én waargemaakt, duidelijke referenties! De vraag waar het om gaat is: “wat betekent het voor jou?”.

Vereniging
Het Financieel Verbond zet de activiteiten voort als een ‘vereniging’. Bij aanmelding wordt je lid en heb je volgens het zuivere verenigingsrecht als lid alle mogelijkheden tot een eigen inbreng en het bepalen van het beleid. Op korte termijn wordt het bestuur verder gevormd, waarvoor je je kan aanmelden. Daarmee is het Financieel Verbond volledig onafhankelijk, open en transparant en staat het belang van de leden 100% centraal.
De belangenbehartiging bij de ‘woekerpolissen’ en de ‘woekerpensioenen’ bepaalt de
redenen van het ontstaan en het bestaansrecht van het Financieel Verbond.

Rechtvaardig
Immers, …..vaak wordt er gezegd: “ach, die ‘woekerpolissen’ dat is toch wel geregeld nu
allemaal”. Niets is minder waar. Als je de echte achtergronden kent kun je net zo goed
zeggen: “de echte woekerpolisaffaire moet nog beginnen”. Zeker als je de gelijkenis ziet van wat er met de pensioenen gebeurt / kan gaan gebeuren. Nederland is een rechtsstaat.
Handelingen zoals ’tijdrekken’, ‘ingewikkeld maken’, ‘spelregels veranderen’, daar kan wat aan gedaan worden. Van belang is dat als je een ‘woekerpolis’ hebt deze deskundig kan worden beoordeeld. Zo ook: als je een schikkingsvoorstel krijgt dan wil je weten wat het aanbod werkelijk voorstelt.

Aanmelden:
Dat kan door in onderstaand formulier je gegevens in te vullen.
De aanmeldkosten bedragen slechts €17,08!

Totaal: € -

Als wij je aanmelding hebben ontvangen nemen wij contact met je op.
We informeren naar de relevante gegevens en vertellen je over de mogelijkheden voor het vervolg. Begrijpelijk en volledig transparant.

Geplaatst in Financieel Verbond | Getagged , | Een reactie plaatsen

Telegraafsma #78: ‘Je geld en / of je leven, ………’

Geld
Dit bericht gaat over geld, geld en nog eens geld. Kwaad geld. Slecht geld. Goed geld.
Goed geld is het ideale ruilmiddel als je wil samenwerken en efficiënt de taken en plichten wil verdelen. Kwaad geld is heel naar spul, dat kan worden ingezet als zelfs levens er niet meer toe doen. Slecht geld komt veel voor, zonder dat je het merkt zelfs vaak. Zoals ‘in woekerpolissen’, als verstopte te hoge kosten en premies.

Woekeren
De manieren waarop slecht geld kan woekeren: dat moet je maar even door hebben. Je moet ook en vooral kunnen rekenen. Als dan blijkt dat er sprake is van nadeel en schade dan nog ben je er niet, als je je schade wil verhalen. De macht van de sterken is niet in evenwicht met de veel mindere tegenkracht van de slachtoffers. Je moet er maar zin in hebben om er wat aan te doen als je zo’n woekerpolis hebt, je moet heel veel tijd hebben, je moet het snappen, je moet een dikke huid hebben, veel tijd, …….. en geld. Dat winnen de verzekeraars altijd. Tenzij, …..

Jammer
Gisteren werd een jammere dag. Een partij op de markt van de financiële diensten heeft al lange tijd aangeboden mij, het Financieel Dagblad heeft mij ‘de nestor van de woekerpolissen genoemd’, bij de procedures tegen de verzekeraars te ondersteunen met concrete middelen. Helaas, gisteren gaf men aan dat toch niet te doen omdat men repercussies tegen hun eigen bedrijf vreest. Waarom: omdat er is aangekondigd dat ik aanstaande maandag aangifte ga doen bij de politie in verband met de gedragingen van de Nationale-Nederlanden, de ASR en de Consumentenbond. Op strafrechtelijke gronden dus. Na de voorbereiding met het Openbaar Ministerie en de politie is er nu dus door de politie besloten de aangiften op te nemen.

Water aan de lippen
De terugtrekking van een (hoofd-)sponsor heeft in dit geval nogal grote gevolgen. De investeringen in onderzoek, dossieropbouw en de uitvoering van de handelingen kost het nodige geld. Relatief echt heel veel, als je het alleen moet opbrengen. En dat gaat niet meer. Het water aan de lippen zeggen we dan, c.q. het water overstroomt al. Tijd om serieus om medestand te vragen. Jij kan me helpen de laatste stappen te zetten: ‘de recente zogenaamde schikkingsvoorstellen die zijn uitgewerkt, maar nog helemaal niet feitelijk tot stand zijn gekomen, heb ik “hypocriete flutregelingen” genoemd’. Dat blijkt niet te kunnen worden tegengesproken en er zit meer in het vat. We gaan het werk afmaken.

Financieel Verbond
Echte krachtenbundeling daar gaat het nu om. En ja, ik vraag echt om je hulp voor de laatste loodjes. Voor een goed beeld: de Nationale-Nederlanden heeft mij een bedrag van
€ 12.100,= geschonken voor het juridisch vooronderzoek van de strafrecht aangiften tegen de genoemde partijen. Recht behalen is lastig, helemaal als het Openbaar Ministerie ‘er geen zin in heeft’. Edoch: juist het Openbaar Ministerie benoemt ‘rechtvaardigheid’ als hun kerntaak. We hebben een zaak, we hebben gerede kansen. Allemaal redenen om echt te gaan samenwerken en een verbond te vormen: een Financieel Verbond waarbij je je kunt aansluiten. Om het leven te delen.

Hulplijn
Voor nu: aanvullende hulp is meer dan welkom én nodig. Het past niet meer om daar nu niet om te vragen. Heel plat, …. sorry: de bank is NL05KNAB0258994665, t.n.v.
R.A.J. Graafsma, svp met je emailadres bij de omschrijving. Als je meer wil weten over de achtergronden en de aanstaande procedures kun je altijd bellen: 06-48462230.

Aansluiten Financieel Verbond

Geplaatst in Financieel Verbond, Geld | Getagged , , , , , | Een reactie plaatsen

Telegraafsma #77: de boeren en burgers van Achmea.

De leden van de vereniging, de eigenaren …..

Achmea
Achmea heeft zijn oorsprong in de negentiende eeuw, met de oprichting van de Onderlinge Brandwaarborg Maatschappij ‘Achilles’ in 1811. Deze maatschappij werd opgericht door boeren en burgers in de regio Achterhoek om zich gezamenlijk te verzekeren tegen brandschade aan hun eigendommen. In 1989 fuseerde ‘Achilles’ met een andere coöperatieve verzekeraar genaamd ‘Centraal Beheer’ om Achmea te vormen. Centraal Beheer was opgericht in 1909 als een onderlinge verzekeringsmaatschappij voor werknemers van de Nederlandse Spoorwegen.
De geschiedenis van Achmea illustreert de evolutie van coöperatieve verzekeringen in Nederland en het belang van solidariteit en samenwerking bij het beschermen van individuen en gemeenschappen tegen risico’s.

Groter en groter
Door de jaren heen heeft Achmea zijn diensten en productaanbod uitgebreid, en het is nu een van de grootste verzekeraars en financiële dienstverleners in Nederland. Het bedrijf biedt een breed scala aan verzekeringen, waaronder zorg-, schade- en levensverzekeringen, evenals pensioen- en vermogensbeheerproducten. Achmea heeft ook verschillende dochterondernemingen en merken onder zijn vleugels, waaronder Interpolis, Zilveren Kruis, en FBTO. Het blijft een coöperatieve verzekeraar, wat betekent dat het bedrijf eigendom is van de verzekerden en dat winsten worden teruggegeven aan de leden in de vorm van premiekortingen of andere voordelen.

Ledenadministratie, …..

Doekje voor het bloeden
Verzekeraars – waaronder Achmea – zetten nu, samen met verschillende belangenbehartigers, regelingen in de steigers om te komen tot ‘zogenaamde woekerpolis-schikkingen’ (beter: compensaties / tegemoetkomingen) om de schade door niet transparante kosten en premies met een relatief geldbedrag voor de polishouders acceptabel te maken. Op de valreep: juridische procedures werden tot het uiterste gelengd en vlak voor de eindstreep, van het ontstaan van jurisprudentie, werd dan dezer dagen een zogenaamd resultaat bereikt. Zogenaamd: want nog steeds is het zo dat tenminste 90% van de bereikte polishouders, deelnemers, nog akkoord moet gaan. Vele mensen zijn het zat en kijken straks tegen een minimale pleister tegen het bloeden aan. En nog wel een vergoeding uit de eigen zak van de polishouders zelf.

De weg kwijt
Per regeling valt er nog wel het één en ander op te merken. Zo zijn per verzekeraar en polistype de oorzaken van de woekerpolis-schade niet altijd het zelfde. Dergelijke nare verschijnselen sluipen als het ware in het bedrijf, worden een systeemonderdeel. De betrokken verantwoordelijken denken er ook mee weg te kunnen komen. Al gaande is men misschien de geschiedenis vergeten en normaal gaan maken wat niet normaal is. ‘Verzekeren’ is en blijft in de kern een heel eenvoudig iets: alleen kun je de risico’s niet aan, daarom vorm je een groep en als er wat met iemand gebeurt heb je samen een (spaar)pot om met elkaar het slachtoffer te helpen. Buiten de groep premiebetalers en schadegerechtigden zijn er geen andere belanghebbenden.

Het belang bepaalt de mening
Met het groter worden kwamen er meer belanghebbenden op het speelveld. Besturen van de verenigingen en directies van de bedrijven kwamen op een grotere afstand te staan van de verzekerden, de leden van de coöperatie. De overheid, de ‘staat’, als verantwoordelijke voor het toezicht op het gedrag en de financiële weerbaarheid van de verzekeraars. De vraag is waar het belang van de verzekerden is gebleven? Zoals nu bij de zogenaamde schikkingen? Er wordt gesproken over zogenaamd grote bedragen aan compensaties. Wie betaalt de rekening van de zogenaamde schikkingen en waar komt het geld eigenlijk vandaan? Hoe zit dat eigenlijk precies bij ‘een vereniging met leden die de winst verdelen’?

Horen, zien en zwijgen óf zelf even rekenen, terug naar af
De ouderwetse verzekeraar, zoals de “Achilles”, spaart zijn pot bij elkaar door de inleg van de verzekerden. Maakt wat kosten en keert schades uit. Blijft er wat over dan wordt de winst voor een deel gereserveerd voor mogelijk hele grote tegenslagen, de rest van de winst wordt weer onder de verzekerde leden verdeeld en uitgekeerd als winstdeling. Bij de huidige grote clubs gaat het kennelijk anders. Het verdwenen woekerpolisgeld is zogenaamd weg. De geldstromen zijn onduidelijk, de rechtsprocedures tot het uiterste gerekt zonder dat er recht is gesproken en iedereen is er moe van gemaakt. ‘De staat’ staat er bij er kijkt er naar. Tenzij, ……. men er toe komt zelf te bepalen hoe men zelf kan nadenken én rekenen. Als je even een moment neemt: hoeveel geld is er weg? Waar is het gebleven? Waar komt het geld voor de schikkingen werkelijk vandaan? Welke leden betalen voor welke leden? Wat gaat er gebeuren als men de solidariteit en samenwerking weer vorm geeft en een eigen Financieel Verbond te vormt? ‘Terug naar af’.

Dé vraag
Stel dat het geld voor de zogenaamde schikkingen niet afkomstig is van degenen die echt van ‘het woekeren’ hebben geprofiteerd, maar in werkelijkheid wél van alle polishouders die daarom hogere premies moeten betalen en minder in de winst kunnen delen. Is het dan niet zo dat met de zogenaamde schikkingen, die nog helemaal niet rond zijn, er juist nog meer woekerpolissen bij gaan komen? Kwestie van even rekenen. (Als je hier anders over denkt dan vernemen wij dat graag).

Zo kun je meedoen:
Aanmelden Financieel Verbond

Geplaatst in Achmea | Getagged , , , , , , , , | 2 reacties

Eurovisie Songfestival, voor Norbert

Mysterie

Even wat anders, …….

De Nederlandse inzending voor het Eurovisie Songfestival is bekend.

Een goede vriend, Norbert, schreef de muziek bij het liedje Mysterie dat ook als kandidaat is voorgesteld. Norbert heeft geen fanclub maar wel zo z’n ding met muziek. Mysterie is het niet geworden.

Voor Norbert, …. wij zijn benieuwd wat je van het liedje Mysterie vindt.
Je kan het horen door hier te klikken.

Geplaatst in Norbert, Songfestival | Getagged , , | Een reactie plaatsen

Telegraafsma #76: a.s.r. in de storm ook het kompas kwijt? Nog meer woekerpolissen.

a.s.r.
De a.s.r. is een Nederlandse verzekeringsmaatschappij die haar oorsprong heeft als “Assurantie Stad Rotterdam” dat ontstond in 1720, een tijd waarin handel en scheepvaart bloeiden in Rotterdam. In dat jaar richtte een groep kooplieden en handelaren de ‘Onderlinge Assurantie Compagnie van de Stad Rotterdam’ op. Het doel was om zich te beschermen tegen de risico’s die verbonden waren aan de maritieme handel, zoals schade aan schepen en ladingen door stormen, piraterij en andere gevaren op zee. De oprichting van deze onderlinge verzekeringsmaatschappij was een reactie op de behoefte van handelaren om zich te beschermen tegen financiële verliezen door onvoorziene gebeurtenissen. Door samen te werken en risico’s te delen, konden ze de financiële impact van rampen verminderen.

‘De beurs (weer) op: groter en groter
In de loop der jaren heeft het bedrijf verschillende namen en eigenaren gehad. In 1997 werd het onderdeel van Fortis, een Belgisch-Nederlandse financiële dienstverlener. Na de financiële crisis van 2008 werd Fortis genationaliseerd door de Nederlandse en Belgische overheden. Als onderdeel van de reddingsoperatie werd a.s.r. in 2008 afgesplitst en genationaliseerd door de Nederlandse staat. Dit leidde tot de heroprichting van ‘Assurantie Stad Rotterdam’ onder de naam ‘ASR Nederland’. Onder het staatsbeheer werd a.s.r. gereorganiseerd en gericht op herstel. Het bedrijf richtte zich op kernactiviteiten zoals levensverzekeringen, schadeverzekeringen en pensioenen. In 2016 werd a.s.r. succesvol geprivatiseerd en ging het weer naar de beurs. Na de beursgang heeft a.s.r. zich verder ontwikkeld tot een van de toonaangevende verzekeraars in Nederland. Het bedrijf heeft verschillende overnames en fusies, zoals recent met de Aegon, doorgevoerd om zijn marktpositie te versterken en zijn dienstverlening uit te breiden. Het bedrijf richt zich ook op duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat een belangrijk onderdeel is geworden van de bedrijfsstrategie.

Duurzaam en maatschappelijk verantwoord

Doekje voor het bloeden
Verzekeraars – waaronder de a.s.r. – zetten nu, samen met verschillende belangenbehartigers, regelingen in de steigers om te komen tot ‘zogenaamde woekerpolis-schikkingen’ (beter: compensaties / tegemoetkomingen) om de schade door niet transparante kosten en premies met een relatief geldbedrag voor de polishouders acceptabel te maken. Op de valreep: juridische procedures werden tot het uiterste gelengd en vlak voor de eindstreep, van het ontstaan van jurisprudentie, werd dan dezer dagen een zogenaamd resultaat bereikt. Zogenaamd: want nog steeds is het zo dat tenminste 90% van de bereikte polishouders, deelnemers, nog akkoord moet gaan. Vele mensen zijn het zat en kijken straks tegen een minimale pleister tegen het bloeden aan. En nog wel een vergoeding uit de eigen zak van de polishouders zelf.

De weg kwijt
Per regeling valt er nog wel het één en ander op te merken. Zo zijn per verzekeraar en polistype de oorzaken van de woekerpolis-schade niet altijd het zelfde. Dergelijke nare verschijnselen sluipen als het ware in het bedrijf, worden een systeemonderdeel. De betrokken verantwoordelijken denken er ook mee weg te kunnen komen. Al gaande is men het kompas en de weg kwijtgeraakt en normaal gaan maken wat niet normaal is. ‘Verzekeren’ is en blijft in de kern een heel eenvoudig iets: alleen kun je de risico’s niet aan, daarom vorm je een groep en als er wat met iemand gebeurt heb je samen een (spaar)pot om met elkaar het slachtoffer te helpen. Buiten de groep premiebetalers en schadegerechtigden zijn er geen andere belanghebbenden.

Het belang bepaalt de mening
Met het groter worden kwamen er meer belanghebbenden op het speelveld. Aandeelhouders, met een verre afstand van de verzekerden. De overheid, de ‘staat’, als verantwoordelijke voor het toezicht op het gedrag en de financiële weerbaarheid van de verzekeraars. De vraag is waar het belang van de verzekerden is gebleven? Zoals nu bij de zogenaamde schikkingen? Er wordt gesproken over zogenaamd grote bedragen aan compensaties. Maar hoe relatief is het als de bedragen aan schadevergoedingen vergelijkbaar kunnen worden gesteld met de beloningsstructuren voor aandeelhouders en de beloningen en bonussen voor directeuren? Wie betaalt de rekening van de zogenaamde schikkingen en waar komt het geld eigenlijk vandaan?

Horen, zien en zwijgen óf zelf even rekenen, terug naar af
De ouderwetse verzekeraar, zoals de “Assurantie Stad Rotterdam” spaart zijn pot bij elkaar door de inleg van de verzekerden. Maakt wat kosten en keert schades uit. Blijft er wat over dan wordt de winst voor een deel gereserveerd voor mogelijk hele grote tegenslagen, de rest van de winst wordt weer onder de verzekerden verdeeld en uitgekeerd als winstdeling. Bij de huidige grote jongens gaat dat anders. Het verdwenen woekerpolisgeld is zogenaamd weg. De aandeelhouders zijn anoniem, de bonussen als ‘rechten uitgekeerd’, de rechtsprocedures tot het uiterste gerekt zonder dat er recht is gesproken en iedereen is er moe van gemaakt. ‘De staat’ staat er bij er kijkt er naar. Tenzij, ……. men er toe komt zelf te bepalen hoe men zelf kan nadenken én rekenen. Als je even een moment neemt: hoeveel geld is er weg? Waar is het gebleven? Waar komt het geld voor de schikkingen werkelijk vandaan? Wat gaat er gebeuren als men wederom in staat is ‘als het stormt zelf het kompas weer ter hand te nemen’ en een eigen Financieel Verbond te vormen? ‘Terug naar af’.

Dé vraag
Stel dat het geld voor de zogenaamde schikkingen niet afkomstig is van degenen die echt van ‘het woekeren’ hebben geprofiteerd, maar in werkelijkheid wél van alle polishouders die daarom hogere premies moeten betalen en minder in de winst kunnen delen. Is het dan niet zo dat met de zogenaamde schikkingen, die nog helemaal niet rond zijn, er juist nog meer woekerpolissen bij gaan komen? Kwestie van even rekenen. (Als je hier anders over denkt dan vernemen wij dat graag).

Zo kun je meedoen:
Aanmelden Financieel Verbond

Geplaatst in Woekerpolissen | Getagged , , , , , , , | Een reactie plaatsen

Telegraafsma #75. De ‘zogenaamde woekerpolisschikkingen’: nóg meer woekerpolissen.

Doekje voor het bloeden
Verzekeraars zetten nu, samen met verschillende belangenbehartigers, regelingen in de steigers om te komen tot ‘schikkingen’ (beter: compensaties / tegemoetkomingen) te komen om de schade door niet transparante kosten en premies met een relatief geldbedrag voor de polishouders acceptabel te maken. Op de valreep: juridische procedures werden tot het uiterste gelengd en vlak voor de eindstreep, van het ontstaan van jurisprudentie, werd dan zogenaamd een resultaat bereikt. Zogenaamd: want nog steeds is het zo dat tenminste 90% van de bereikte polishouders, deelnemers, nog akkoord moet gaan. Vele mensen zijn het zat en kijken straks tegen een minimale pleister tegen het bloeden aan.

De weg kwijt
Per regeling valt er nog wel het één en ander op te merken. Zo zijn per verzekeraar en polistype de oorzaken van de woekerpolis-schade niet altijd het zelfde. Een doorgeslagen bonuscultuur en kaders van opzettelijke misleiding komt echt niet bij elke verzekeraar voor. Dergelijke nare verschijnselen sluipen als het ware in het bedrijf, worden een systeemonderdeel. De betrokken verantwoordelijken denken er ook mee weg te kunnen komen. Al gaande is men de weg kwijtgeraakt en normaal gaan maken wat niet normaal is. ‘Verzekeren’ is en blijft in de kern een heel eenvoudig iets: alleen kun je de risico’s niet aan, daarom vorm je een groep en als er wat met iemand gebeurt heb je samen een (spaar)pot om met elkaar het slachtoffer te helpen. Buiten de groep premiebetalers en schadegerechtigden zijn er geen andere belanghebbenden.

‘Mijn glas, loopt ras’
Bijvoorbeeld de Nationale-Nederlanden. De roots van Nationale-Nederlanden liggen in het Nederland van de 18e eeuw. Regionale fondsen werden toen opgericht om mensen van bepaalde dorpen, beroepsgroepen, maar ook weduwen en wezen te verzekeren tegen tegenslag. Vele hadden een zinspreuk in hun naam. Zoals het Begrafenisfonds ‘Mijn glas, loopt ras’. Vele, kleine, maatschappijen zijn in de loop van de 19e en 20e eeuw overgenomen door Nationale-Nederlanden. Zoals bijvoorbeeld de ‘Hollandsche Societeit van Levensverzekeringen’ uit 1807. Dit was de eerste maatschappij die gebruik maakte van wetenschappelijk berekende sterftetafels en premies. Twee bedrijven hebben de Nationale-Nederlanden gevormd: ‘De Nederlanden van 1845’, een brandverzekeraar uit Zutphen en de ‘Nationale-Levensverzekering-Bank’, opgericht in 1863 in Rotterdam. In 1963 fuseerden deze twee, waarbij de combinatie van een stevige binnenlandse positie en een grote internationale ervaring maakte dat Nationale-Nederlanden de grootste verzekeraar van Nederland werd.

Groter en groter
Het nieuwe bedrijf moest zich blijven wapenen tegen de concurrentie. Ondanks buitenlandse overnames, met name in de Verenigde Staten was versterking op de binnenlandse distributiemarkt noodzakelijk. Die werd gevonden in 1991 toen Nationale-Nederlanden fuseerde met de NMB Postbank Groep om een geheel nieuwe vorm van financiële dienstverlener te creëren: Internationale Nederlanden Group (ING). In de eerste jaren werden internationale banken overgenomen, later volgden ook verzekeraars. In korte tijd had ING een sterke positie verworven met internationaal aanzien. Nationale-Nederlanden bleef onder haar eigen naam actief.

Too big to fail
Tijdens de kredietcrisis kreeg ING in 2008 een lening van de Nederlandse staat waarna zij door de Europese Commissie werd gedwongen de bank- en verzekeringsactiviteiten te splitsen. Sinds 2 juli 2014 is het nieuwe NN Group N.V. beursgenoteerd aan Euronext in Amsterdam, waarvan Nationale-Nederlanden het Nederlandse onderdeel is. In 2017 nam NN Group Delta Lloyd over en zijn de activiteiten in Nederland en België samengegaan. NN Group is met de merken Nationale-Nederlanden, NN, ABN AMRO Insurance, Movir, AZL, BeFrank en OHRA actief.

Het belang bepaalt de mening
Met het groter worden kwamen er meer belanghebbenden op het speelveld. Aandeelhouders, met een verre afstand van de verzekerden. De overheid, de ‘staat’, als verantwoordelijke voor het toezicht op het gedrag en de financiële weerbaarheid van de verzekeraars. De vraag is waar het belang van de verzekerden is gebleven? Zoals nu bij de zogenaamde schikkingen? Er wordt gesproken over zogenaamd grote bedragen aan compensaties. Maar hoe relatief is het als de totale som van aan schadevergoedingen vergelijkbaar is met een bonusuitkering aan wat directeuren? Wie betaalt de rekening en waar komt het geld eigenlijk vandaan?

Horen, zien en zwijgen óf zelf even rekenen
De ouderwetse verzekeraar spaart zijn pot bij elkaar door de inleg van de verzekerden. Maakt wat kosten en keert schades uit. Blijft er wat over dan wordt de winst voor een deel gereserveerd voor mogelijk hele grote tegenslagen, de rest van de winst wordt weer onder de verzekerden verdeeld en uitgekeerd als winstdeling. Bij de grote jongens gaat dat anders. Het verdwenen woekerpolisgeld is zogenaamd weg. De aandeelhouders zijn anoniem, de bonussen als ‘rechten uitgekeerd’, de rechtsprocedures tot het uiterste gerekt zonder dat er recht is gesproken en iedereen is er moe van. ‘De staat’ staat er bij er kijkt er naar. Tenzij, ……. men er toe komt zelf te bepalen hoe men zelf kan nadenken. Als men zelf even gaat rekenen: hoeveel geld is er weg? Waar is het gebleven? Waar komt het geld voor de schikkingen werkelijk vandaan? Wat gaat er gebeuren als men wederom in staat is om te zeggen ‘Draagt Elkanders Lasten’, als men een eigen Financieel Verbond vormt? ‘Terug naar af’.

Dé vraag
Stel dat het geld voor de zogenaamde schikkingen niet afkomstig is van degenen die echt van ‘het woekeren’ hebben geprofiteerd, maar in werkelijkheid wél van alle polishouders die daarom hogere premies moeten betalen en minder in de winst kunnen delen. Is het dan niet zo dat met de zogenaamde schikkingen, die nog helemaal niet rond zijn, er juist nog meer woekerpolissen bij gaan komen? Kwestie van even rekenen.

Aanmelden Financieel Verbond

Geplaatst in Woekerpolissen | Getagged , , , , , , , | 1 reactie

Leo Klinkers: Voor Nederland een ‘Noodkabinet’?

Leo Klinkers

Verzameld Werk Leo Klinkers
Namens Leo Klinkers breng ik, bij dezen, zijn ‘Verzameld Werk’ uit. Het document is een verzameling van circa 95% van zijn bestuurskundige producties sinds 1970. Het begon met de wens van Leo een overzicht te maken van de omvang en rode draad in zijn werk. Hij beperkt zich niet tot een droge opsomming van wat hij gepubliceerd heeft maar vertelt ook over ervaringen uit het verleden; inclusief commentaar op het huidige politieke systeem tegen de achtergrond van wat hij sinds 1970 geleerd heeft. Met zinvolle gedachten als gevolg, zoals een voorstel aan de nieuwe informateur Kim Putters om te komen tot een ‘Noodkabinet’.

Een ‘Noodkabinet’
Citaat: “Gelet op het beschreven proces van onvermijdelijk voortgaand verval van het politieke systeem vanaf medio jaren zeventig is het ondenkbaar dat welke formatie Putters ook kan bedenken dat verval zal stoppen. De wetmatigheden van het entropisch verval zijn vele malen sterker dan welke combinatie van partijen ook, zolang de formatieaanpak gebaseerd is op dezelfde procedures en structuren als vanouds, waarbij ad hoc zinloos gesleuteld wordt aan enkele haperingen in het politiek systeem. Wat nu nodig is, is niet een Kabinet onder een naam als meerderheids-, minderheids-, gedoog-, of zakenkabinet maar een NOODKABINET, dat de status quo zo goed mogelijk werkbaar houdt en intussen werkt aan de creatie van een geheel nieuw systeem dat de juiste relatie tussen Tweede Kamer en Regering herstelt in een geheel nieuwe vorm en inhoud. Met als ankerpunt: de creatie van een Tweede Kamer die – als het zou gaan om de wereldkampioenschappen rechtsstatelijkheid, rechtmatigheid, rechtvaardigheid, democratie, uitvoerbaar beleid en handhaafbare regelgeving – kortom sociale gerechtigheid – moeiteloos de gouden medaille wint”.

Het ‘Verzameld Werk’ kun je downloaden door hier te klikken.

Wij, Leo en ik, stellen het bijzonder op prijs als u van dit ‘Verzameld Werk’ kennis neemt en mij per email bericht wat u daarvan vindt. Ik hoor graag van u.

In naam van Leo,

Telegraafsma #75

met vriendelijke groet en hartelijke dank,

René

Abonneren Telegraafsma

Geplaatst in Leo Klinkers | Getagged , | Een reactie plaatsen

Telegraafsma #74: Geschikt schikken?

René Graafsma, nestor woekerpolissen:
“Schikkingsvoorstellen woekerpolissen zijn veel te laag, daarom bewijslast omkeren”

Bilthoven, 9 februari 2024 – “De huidige voorgestelde schikkingen van woekerpolissen met Nationale-Nederlanden, DeltaLloyd, a.s.r. en Aegon – met alle voorgaande merken en handelsnamen – zijn flutvoorstellen”, zegt René Graafsma die in de verzekeringsbranche bekendstaat als de nestor van de woekerpolissen. De betreffende overeengekomen compensatiebedragen zijn volgens hem veel te laag omdat er sprake was van dwaling. Om die reden heeft hij het Financieel Verbond opgericht, bestemd voor consumenten die in de periode 1985-2010 een woekerpolis hebben gekocht bij bovengenoemde verzekeraars. Inschrijving bij het Financieel Verbond (klik link) is vanaf vandaag mogelijk.

Graafsma komt tot zijn oordeel over de schikkingsvoorstellen, omdat de totale kosten voor de verzekeraars uitkomen op iets meer dan een 3 miljard euro, inclusief eerdere schikkingen. Dit terwijl volgens de door hem ontwikkelde Graafsma-methode de totale schade kan worden begroot tussen de 40 en 50 miljard euro. “Er zijn  in de periode 1985-2010 ruim 7 miljoen polissen afgesloten bij 4 miljoen consumenten. Als je dit deelt door de bedragen van de schikkingsvoorstellen van Nationale-Nederlanden en a.s.r., inclusief betrokken merken, en weet dat consumenten uiteindelijk negatieve rendementen hadden, dan zie je gelijk dat de uitkomst van de onderhandelingen in feite amoreel is. Juridisch gezien is hier zelfs sprake van dwaling als je kennis hebt van de werkelijke geschiedenis en feiten.”

De G-methoden
De ontzettend vele verschillende soorten polissen en contracten maken het volgens Graafsma bijzonder ingewikkeld om tot rechtvaardige compensatieberekeningen te komen. “Kom je tot de kern van de zaak dan zijn de berekeningen terug te brengen tot zes verschillende berekeningswijzen: de G1 tot en met G6.”

G7-methode
Om een goede beoordeling te kunnen maken van de rechtvaardigheid van een schikking heeft Graafsma een nieuwe eenvoudige wijze van berekenen uitgewerkt: de G7-methode.
De G7-berekening vergelijkt de waarde van een schikkingsvoorstel met de op jurisprudentie gebaseerde – en in de praktijk bewezen –  G1- tot en met G6-methoden. “Iemand die zich heeft aangemeld weet dan op basis van duidelijke uitgangspunten waar hij aan toe is. De uitkomst kent twee smaken. Ofwel je bent tevreden met het schikkingsvoorstel en je accepteert die. Ofwel je bent niet tevreden en je laat het Financieel Verbond onder meer uit jouw naam een (aanvullende) procedure uitvoeren.”

Aandelenkoersen verzekeraars gestegen
Graafsma is dan ook van mening dat de verzekeraars Nationale-Nederlanden en a.s.r. als de ogenschijnlijke winnaars uit de onderhandelingen zijn gekomen. Daarbij wijst hij op de gestegen aandelenkoersen van de verzekeraars, kort na het bekendmaken van de schikkingsvoorstellen. “Maar feitelijk zijn er nog geen afgeronde schikkingen. Eerst moet 90 procent van de gedupeerden die zijn aangesloten bij de claimorganisaties akkoord gaan met de individuele voorstellen. Dat duurt nog wel even. Daarom ligt hier een kans om een echt rechtvaardige deal tot stand te brengen, zoals het hoort in een functionerende rechtsstaat.”

Bewijslast omkeren
Wat de claimorganisaties volgens Graafsma wel goed hebben gedaan is dat een beperkt deel van de compensatie bestemd is voor ‘schrijnende gevallen’ en voor consumenten die niet zijn aangesloten bij een van de claimorganisaties. “Alleen, de definitie van de term schrijnende gevallen is nog niet bekend en mogen de verzekeraars zelf formuleren. Dat schept dus nog geen duidelijkheid.” Omdat er volgens Graafsma sprake was van dwaling wil hij ook niet wachten op die definitie. “Alle polishouders hebben minder opbrengsten gekregen uit hun beleggingsproduct dan voorgesteld door de verzekeraars. Dat is dwaling omdat de oorzaken van de schade mede het gevolg zijn van opzettelijke misleiding. Om die reden stel ik dat alle polishouders van Nationale-Nederlanden en a.s.r. schrijnende gevallen kunnen zijn, omdat ze vanwege het onrechtmatig handelen van de verzekeraars voldoen aan de daarvoor geldende normen. Met een eenvoudige toetsing (de G7-methode) is dit voor de polishouders individueel te bevestigen.”

Adviseurs en tussenpersonen
Tevens maakt de G7-methode volgens Graafsma duidelijk of het zin heeft de ‘schrijnende-gevallen’-procedure aan te vatten. “Dat is mede van groot belang voor de adviseurs en tussenpersonen die, juist ook onder het zogenaamde flankerend beleid uit zorgplicht voor hun klanten, ‘het schrijnen zullen moeten onderzoeken’.” Graafsma verwijst voor deze expliciete gedachtegang naar gesprekken die hij heeft gevoerd met de voormalige Ombudsman Verzekeringen Jan Wolter Wabeke. “De verzekeraars moeten vervolgens maar aantonen dat het niet zo is.”

Alle polissen met een beleggingscomponent
Het gaat dan volgens Graafsma om consumenten met spaarpolissen, hypotheekpolissen in combinatie met een levensverzekering, oudedagsvoorzieningen zoals lijfrentepolissen en overlijdensrisicoverzekeringen. “De kenmerkende overeenkomst tussen al deze polissen is dat ze een beleggingscomponent bevatten. Consumenten met polissen die al tot uitkering zijn gekomen komen ook in aanmerking, net als nabestaanden van mensen die in het verleden een dergelijke polis hebben afgesloten. En uiteraard zijn ook consumenten welkom bij het Financieel Verbond die nu zijn aangesloten bij een van de andere claimorganisaties.”

Kapitaalverzekeringen met winstdeling
Anders dan de claimorganisaties wil Graafsma eveneens inzetten op kapitaalverzekeringen met winstdeling. Hij heeft namelijk ontdekt dat de statuten van bepaalde verzekeraars gedurende de looptijd van deze verzekeringen tussentijds zijn aangepast. Dat deden verzekeraars door bijvoorbeeld het te verdelen winstpercentage te verlagen, of door de definitie van het winstbegrip te wijzigen. “Vanwege deze misleiding tijdens de looptijd schaar ik deze verzekeringen ook onder de woekerpolissen.”

Luister hier naar een gesprek met René Graafsma (klik link).

Lees ook: ‘Schikkingen woekerpolis voor verzekeraars een feest, voor verzekerden een tranendal’

De Stichting Pensioenclaim is één van de deelnemers op
het Financieel Verbond – platform.

Geplaatst in Woekerpolissen | Getagged , , , , , | Een reactie plaatsen

Telegraafsma #73: Open brief aan de heer Rinus Otte, voorzitter van het College van procureurs-generaal: ……….. ‘Duizend Dingen’.

Geachte heer Otte, ………..

Stapels werk
In het nummer 1/2024 van ‘Binnenlands Bestuur’ spreekt u over een noodzakelijk op te stellen ‘prioriteitenagenda’. Noodzakelijk omdat er lange doorlooptijden en grote voorraden dossiers zijn ontstaan bij uw Openbaar Ministerie. Veel aangiften worden niet in behandeling genomen en vaak volgt er geen beslissing of uitspraak. Deze waarnemingen worden aangenomen als voldongen feiten en het is uw voorstel om meer gericht te werken aan de kerntaken opsporing en vervolging ten nadele van de preventie.

Dascha als voorbeeld
Uw situatie roept herkenningen op. Zoals naar de moord op mijn dochter, hier slechts als voorbeeld genoemd. Vergelijkbaar met meerdere levensdelicten, de vele zedendelicten en de vele andere vormen van misdrijven waar blijkbaar direct geen onderzoek en verdere behandeling van mogelijk is. U kent ongetwijfeld het boekje ‘Hoe spoor je de (bijna) perfecte moord op? waarin de dood van Dascha als voorbeeld en lesmateriaal van een (bijna) perfecte moord wordt besproken. Aanhoudend als voorbeeld, het dossier van het eigen onderzoek naar de dood van mijn kind Dascha dat aan uw ministers is aangeboden, bied ik ook u aan. Ondanks dat er een schaduwprotocol in werking is gezet is de framing van een zelfdoding in het geval van Dascha niet geslaagd. Een ongeval is ook niet gebleken en het dossier is verder met feiten verrijkt ondanks de tegenwerkingen. ‘We hebben het werk zelf moeten doen en zijn er nog niet mee klaar’. Alle redenen om ook hier te vragen ‘waar de grenzen liggen waar u naar op zoek blijkt te zijn’. Vergelijkbaar met het door u in het artikel genoemde ‘grensonderzoek De Mos’, naar waar u wel moet en wil vervolgen.

Keuzes maken
U wil meer bedrijfskundig gaan werken en nadrukkelijk toch de menselijke maat a priori centraal houden. De kwaliteit voorop maar wel met meer focus op bepaalde punten. Of dit keuzes zijn die men moet beschouwen als zelfstandige keuzes van uw Openbaar Ministerie of ‘politieke keuzes’, het zijn in ieder geval keuzes die maatschappelijk draagvlak zullen vereisen. Ziet u svp dit TNO-document als beredeneerde grondslag voor gedegen ‘eigen onderzoeken’ in samenwerking met de politie c.s. als mogelijk gevolg als bepaalde onderzoeken en dossiers niet meer door het Openbaar Ministerie en de politie behandeld gaan worden. Worden met dergelijke keuzes ook op die manier de consequenties ook bezien? Zoals vervolgens de onbeschikbaarheid en ontoegankelijkheid tot bepaalde disciplines en bevoegdheden?

Oorzaken en gevolgen
Bijvoorbeeld in het geval van Dascha. Bij Dascha is de keuze is niet op de waarde van het leven en de dood van Dascha gevallen: geen onderzoek, wel (foute) conclusies. Met nadruk: weer als voorbeeld, want net zo bij andere vergelijkbare strafrechtzaken die niet worden behandeld. Mensen als slachtoffer van systeemgebreken waarbij blijkbaar gesteld kan worden dat er ook geen prioriteit kan worden gegeven aan het opheffen van de oorzaken en gevolgen van deze gebreken. Mogelijk ook door u: uw keuzes, zijn deze niet slechts gebaseerd op het verminderen van de gevolgen en niet op het wegnemen van de oorzaken?

‘De Driehoek’
U stelt dat ‘De Driehoek’ de punt – de politie – naar beneden heeft. Het ‘Openbaar Ministerie’ stuurt aan vanuit het strafrecht, ‘De Burgemeester’ stuurt met een eigen zienswijze, de ‘couleur locale’ de openbare orde en veiligheid aan. Met als feitelijk gebrek een handhavingstekort dat bottom-line door de politie moet worden opgelost: duizend dingen op het bord van de politie die het maar moet uitzoeken. U stelt duidelijk: “linksom of rechtsom moet dat handhavingstekort worden gelenigd. Of door de politie, of door boa’s, of ……. door bepaalde feiten niet meer in behandeling te nemen“. Dus: “je moet criteria ontwikkelen die maken dat je soms vanuit het strafrecht niet acteert”, zegt u.

Eigen onderzoek
Zoals dus – bijvoorbeeld weer – bij Dascha, dus is gebeurd. Resultaat: we moeten het als burgers maar zelf gaan doen. Zo goed mogelijk en tot aan de ‘bijna uitputting’: zonder de benodigde middelen, capaciteiten en bijbehorende bevoegdheden. (Wij prijzen ons gelukkig met de vele vrijwillige hulp en bijstand, zoals van ‘de vrijwillige politie’ die Dascha met een veelheid aan mensen niet in de steek laat. Het is dankzij deze hulp en bijdragen dat we de beschrijving van de scenario’s  van het ontstaan van haar dood niet meer behoeven te accepteren als een conclusie zonder onderzoek en met het juiste woord kunnen gaan benoemen. Want: de gevonden feiten worden nu wél getoetst waarbij vakkundigheid niet ontbreekt.

‘Blauwe harten’
Mogelijk trekt u uw conclusies vooral bepaald door en vanuit de systeemwereld. Ook in de leefwerelden gebeurt er veel. Dossiers zoals die van de dood van Dascha laten zien dat er veel druk ligt op politiemensen. Algemeen gesproken: 1 op de 7 politiemensen heeft PTSS (trof ik als gegeven op het internet), deskundigheden kunnen niet naar het juiste niveau worden gebracht, over de onmachten spreken – met het vuile duizend dingen doekje in de hand – is een taboe, meermaals wordt er gesproken van een dwang- en angstcultuur, goede mensen vertrekken gefrustreerd, enzovoort.

‘Empty faces’
Tijdens het onderzoek naar wat er werkelijk met Dascha is gebeurd heb ik veel met mensen van gemeenten, de politie en het Openbaar Ministerie te maken. Heel vaak kijk je in ‘empty faces’. Het protocol is, in het vervolg op het negeren, enzovoort: even zeggen hoe vreselijk het allemaal is en daarna gewoon weer doorgaan alsof er niets aan de hand is. Mijn mening is: er zijn vele taboes en onmachten. Men wil wel, maar kan niet. Tot men ook niet meer wil. Zo ook uit het verlies van alle beschaving: ‘we passen het dossier wel aan, we maken er gewoon een ongeval van, kun je er dan mee leven René’. Met enkel keuzes gemaakt op basis van een excel-rekenblad kom je er niet, worden de taboes niet doorbroken. De verhalen moeten verteld worden.

Opportuniteitsbeginsel
De macht van het opportuniteitsbeginsel ligt bij het Openbaar Ministerie. Feitelijk geeft het OM haar goedkeuring aan de dood van Dascha. Vergelijkbaar met: ‘er is in een woning ingebroken, er is het nodige gestolen en de politie krijgt de taak te zeggen: “we gaan er niets aan doen, er heeft zich bij ons geen enkele boef gemeld. We kunnen niets en wat er onder aan de streep overblijft is privacy, dat hebben we zo als redmiddel voor ons zelf bedacht”.

Richtlijnen
De politie krijgt van het Openbaar Ministerie richtlijnen over welke zaken er wel en niet behandeld gaan worden. De politie als poortwachter. De burger heeft er recht op te weten wat die richtlijnen bepalen óf en op welke wijze de regering, de direct betrokken ministers en de politiek daar verantwoordelijkheid voor nemen. Op welke handhaving en rechtsbescherming men niet meer hoeft te rekenen. De vraag is dan of eigen initiatieven kunnen bijdragen aan het opheffen van óók het opsporingstekort? En wie uiteindelijk de rekeningen gaat betalen? Dascha en de vele vergelijkbare zaken, geen onderzoek wel conclusies, vormen daar voorbeelden van.

bOM
We blijven het leven delen: daarom vertalen we wat we ervaren en geleerd hebben als aan u aan te bieden bijdragen:
– er is opleidingsmateriaal gemaakt dat wordt aangeboden aan de Politieacademie en geïnteresseerden in het algemeen (link naar Mens en Politie);
– we zullen presentaties aan gemeenteraden, besturen en vergelijkbare gremia zoals de Tweede Kamer gaan verzorgen om ‘de verhalen wél te vertellen’;
– er komt een documentaire met als werktitel bOM waarin de verhalen verteld en verbeeld zullen worden;
– er onvermijdelijk toch aangiften zullen worden gedaan;
– met een morele ondersteuning van de politiebonden (NPB, ACP, Equipe, en ANPV). Men schrijft: We hebben veel begrip voor de situatie, maar we zien het primair niet als onze taak om tijd en bijdragen te leveren aan individuele projecten waarbij in meer of mindere mate de politie en haar medewerkers betrokken zijn. Wij zijn een ledenvereniging die haar handen vol heeft om voor haar leden op te komen en hen te helpen en te begeleiden waar nodig, als individu of als collectief. In dat laatste ligt onze focus op de arbeidsvoorwaarden en het wel en wee van alle politiemedewerkers; in het eerste geval zijn leden van harte welkom om hulp te vragen als ze problemen hebben met hun werkgever of collega’s of (recherche onderzoeken waar zij betrokken bij zijn (geweest). Vooralsnog zeg ik, omdat we wel openstaan om nog eens te bezien – wanneer de documentaire af is en is opgeleverd, om daar als politievakbond eventueel een commentaar of reactie op te geven. Tot die tijd, wens ik je, ook namens de collega’s die zich hierover hebben gebogen, het beste toe en succes met de productie van de documentaire.

Rechtvaardigheid als kernwaarde
Het mogelijk en haalbaar maken van de werkelijke redenen van bestaan en doelstellingen van het openbaar bestuur, de politie, het Openbaar Ministerie en de rechtelijke macht – met onder andere ‘de rechtvaardigheid als kernwaarde’ – kan een voornaamste meetfactor zijn voor de kwaliteit van het bestuur en de functionele organisatie van ons land. Om het leven te blijven delen.

Grote schoonmaak
Mijn mening is: ‘Mijnheer Otte: u hoort aan de ‘formatietafel thuis’ om uw échte boodschap als opdracht aan de onderhandelaars mee te geven. De verstopte afvoerput te openen, de deksel van de doofpot te halen om vervolgens de beerput te legen. Dat is, uit de duizenden dingen, de prioriteit’. Dé plek om aan te geven:
– dat de ‘couleur locale’ tegenstrijdige dubbele maten veroorzaakt en er onbegrepen willekeur bij gelijksoortige zaken gaat ontstaan;
– dat onmachten en daaruit volgende mogelijke eigenrichting voorkomen moet worden;
– dat de reflexbogen van de systemische ondermijning en zelfs corruptie onvermijdelijk zijn;
– dat stukken gelezen blijven worden alvorens aan het dossier toegevoegd;
– dat het framen van slachtoffers, met schaduwprotocollen en machtsmisbruik, niet echt een goed en rechtvaardig plan van aanpak is om maar van dossiers en taken af te komen;
– dat slachtoffers zich niet altijd naar de opgedrongen rol zullen gedragen;
– dat over de dood van een kind niet te onderhandelen valt;
– dat de rechter het laatste woord behoort te houden: ‘Ubi iudicia deficiunt, incipit bellum’,
– én dat de rechter dit laatste woord niet door wisselende poortwachters met tegenstrijdige belangen kan worden onthouden;
– én: dat de politie niet de klappen kan blijven opvangen’.

N.B. Hoe dan ook: iedereen kan altijd helpen (klik link).

Geplaatst in Dascha | Getagged , , , , , , , , , , | Een reactie plaatsen

Telegraafsma #72: Een kleine geschiedenis van de woekerpolis.

Hypocriete flutregelingen
Recent zijn er nieuwe regelingen bekend gemaakt betreffende ‘woekerpolissen’. Opvolgend op wat is gaan heten de ‘Allianz-schikking’. De nieuwe regelingen ‘ASR c.s.’ en
‘Nationale-Nederlanden’ zijn door mij ‘hypocriete flutregelingen’ genoemd. Dat klinkt heel eigenwijs en daarom wordt er nu veel gevraagd: “waarom?’.

Een kleine geschiedenis
De belangen, in de eerste plaats van de polishouders natuurlijk, zijn groot. Voor een nadere toelichting daarom graag nog even ‘een reconstructie’. Het begin van het verhaal is samengevat in dit artikel. (Klik link). Vanaf 2005 tot 2010 zijn er door mij en anderen vragen gesteld en onderzoeken gepleegd om de echte woekerpolisproblematiek boven tafel te krijgen. Dat is niet voldoende gelukt, de antwoorden kwamen niet, met o.a. als resultaat het boek met Eric Smit ‘Woekerpolis, hoe kom ik er vanaf?’ in 2011 als gevolg. Omdat er niets veranderde is besloten het eigen bedrijf af te bouwen en zoveel mogelijk, met de keuzes gemaakt als ondernemer, van de tekortkomingen van de contracten in beheer te herstellen.

KiFiD
Vervolgens was er een lustrum bijeenkomst van het KiFiD. Aldaar werd medegedeeld dat klachten binnen een jaar zouden worden afgehandeld. Samen met de heer Martin van Rossum  (klik link) hebben we toen besloten van de herstelprocedures een model te maken dat zich kon terugverdienen. Áls de procedures inderdaad binnen een jaar zouden worden afgehandeld. (Hoe anders is dat afgelopen, veel van de zaken lopen nu nog steeds).

Het Financieel Verbond
Ook andere organisaties gingen zich met de problematiek bezig houden. Als claimorganisaties, ook met collectieve procedures. De partijen die we nu terug zien bij de, vooralsnog, zogenaamde schikkingen. Uiteindelijk realiseerde ik een platform, het Financieel Verbond, waarop de partijen bijeenkwamen met het oogmerk de kennis en ervaringen te delen en de krachten te bundelen. Het bleef een platform: de verschillende (verdien-)modellen lieten zich niet verenigen.

Opleidingen en trainingen
In de jaren tot aan eind 2015 ontwikkelden we opleidingen en trainingen voor het zorgplichtig ‘tussenpersonen- en adviseursbedrijf’. Dat ging niet altijd even vanzelfsprekend. Het toen nog bestaande risico van het terugboeken van provisies bleek voor velen een stap te ver.

Eerste schikkingen
In die jaren werden wel de contacten gelegd en de gesprekken gevoerd over schikkingen. Met succes: op portefeuille niveau werden schikkingen met meerdere verzekeraars getroffen. Ook met de Allianz. Deze regelingen vormden de basis voor onder andere de ‘grote Allianz schikking’. Dat is hoe het gegaan is. Helaas kon ik daar niet meer geheel zichtbaar bij optreden vanwege een nogal ingrijpende persoonlijke gebeurtenis. Maar ik had mijn rol op de achtergrond. Aan andere deelnemers heb ik de ‘Allianz-contacten en – kennis overgedragen’. Van vervolgacties en resultaten ben ik / zijn wij verder helaas buitengesloten gehouden. Geen gedoe: het zij zo.

Zwart Licht
Momenteel werken wij verder met het project ‘Zwart Licht’. Een interactief project. Met weer opleidingen en trainingen. Een centraal thema: adequate en transparante belangenbehartiging. Met het oog ook op de vergelijkbaarheid van de woekerpolissen en de woekerpensioenen.

Huidige ‘schikkingen’: wanprestatie
Het is altijd goed naar de toekomst te kijken, het leven te blijven delen. Juist ook als er ‘schikkingen’, ‘tegemoetkomingen’, ‘compensaties’ komen die onrecht en schade herstellen. Maar deze regelingen moeten wel deugen. Met de beschreven voorgeschiedenis, de ervaring en opgedane kennis, ben ik van mening dat er bij de ‘nieuwe regelingen’ veel vragen gesteld kunnen worden en dat binnen de juiste kaders er sprake is van wanprestatie van de belangenbehartigers. Waarover, in het vervolg op dit bericht, in het kader van het project ‘Zwart Licht’ (veel) meer.

Vragen: ‘de beurzen moeten normaal doen’
Met de juiste ervaringen en kennis: ‘er zijn nog helemaal geen nieuwe schikkingen rond’. ‘De beurzen moeten normaal doen’. Aan de feitelijke totstandkoming van schikkingen zijn door de betrokken partijen zelf voorwaarden gesteld. De nog uit te voeren processtappen zullen daarbij nog ernstige systeemgebreken aan het licht brengen, met alle gevolgen van dien. Immers: …….
……. er zijn nog veel vragen te stellen, zoals:
– hoe gaat men om met de belangen en de nu bijna mateloze zorgplichten van de adviseurs, die ook met deze regelingen ‘worden opgezadeld’? (Want: feitelijk is er nog helemaal geen sprake van een daadwerkelijke schikkingsregeling, het werk komt bij hen te liggen!);
– wat is de peildatum voor het vereiste minimale percentage van 90% van de polishouders die het individuele aanbod moeten accepteren?;
– op welke wijze en met welke formules vinden de schadeberekeningen plaats?;
– hoe staat het met de proportionaliteit: als je de omvang van de regelingen bijvoorbeeld beziet in verhouding tot de bonussen die verzekeraars gewend zijn uit te keren?
– wat zijn de criteria voor de schrijnende- gevallen-regelingen? (Tussenpersonen en adviseurs zullen met terugwerkende kracht al hun polissen onder zich moeten doornemen en beoordelen: er is geen verjaring!);
– wat gebeurt er als de 90% niet wordt gehaald? Valt het 10%-saldo dan terug naar de verzekeraar? (Uit de communicaties blijkt dat de 90% een harde norm is);
– als er uiteindelijk – met wel naar schatting weer twee jaar tijdverlies –  toch doorgeprocedeerd moet gaan worden, hoe gaat men dan om met het ‘maximale resultaat van een verklaring van recht’?;
– hoe gaat men om met de rechten bij echtscheidingen en in nalatenschappen, de rechten van de erfgenamen (geen verjaring!)?;
– de administratie van de verzekeraars is vaak (uiterst) gebrekkig. (Voor enkele is dat zachtjes uitgedrukt). Hoe gaat men om met de verhoudingen in de zorgplichten, de bewaarplicht en de bewijsplicht (als de door de polishouders aangeleverde gegevens gecontroleerd (zouden) moeten worden?;
– bij het afgegeven van een kwijting: kan deze dan worden opgeheven als er sprake is van nieuwe gewaarwordingsmomenten van nieuwe feiten, ook op bestuursrechtelijk- en strafrechtelijk gebied? (De bestuursrechtelijke opmerkelijkheden en strafrechtelijke feiten zijn in de woekerproducten ingebakken). Wie is er echt verantwoordelijk?
En zo voort.

Voor uw bijdrage en bijstand, help: ‘Zwart Licht’ (klik link).

Geplaatst in Woekerpolissen | Getagged , , , , , , , , , | Een reactie plaatsen